Incompetent

Vrijdag 30 Juli 2010 door Ernest Prooy

Voetbaltrainers hebben het bedrijfsleven niets te leren. Ze zijn op z’n best net zo goed als veel directeuren en managers die wel wat van tactiek weten, maar geen benul hebben hoe je competenties van je teamleden ontwikkelt en vervolgens optimaal inzet. Laat staan dat ze een beeld hebben van wat ze qua competentieontwikkeling willen bereiken. Wat voor bedrijf, wat voor voetbalteam wil je zijn?

Nederlands elftal

Daar waar in bedrijven competentiemanagement succesvol is geïmplementeerd en tot volwassenheid gekomen, zie je vaak dat gekozen is voor een groep van (kern-)competenties (kwaliteiten van mensen in termen van gedrag), die, op basis van een strategische visie, kenmerkend zijn voor die organisatie: zo willen we dat onze mensen zijn als basis van ons succes. Afhankelijk van de bedrijfstak kunnen daar bijv. deel van uitmaken: “integriteit” (bank), “klantgerichtheid” (dienstverlener) of “emotionele intelligentie” (zorg). Of wat dan ook, maar in ieder geval geldend voor alle werknemers. Daarnaast wordt gekozen voor een reeks competenties die aan bepaalde functie(s)(-groepen) zijn gebonden.

Deze competenties dienen als uitgangspunt voor leidinggevenden, hier sturen managers op, idealiter door met hun medewerkers te spiegelen en ze -waar nodig- te helpen om zich in de gewenste richting te ontwikkelen. Cruciaal is dat spiegelen: iemand die zichzelf niet “ziet”, kan niet worden die hij wil zijn.

De internationale pers maakte gehakt van het Nederlands elftal na afloop van de WK-finale: met name de hardheid (een eufemisme) en het lage spelpeil, werden krachtig veroordeeld, het voetbal onwaardig: “The Dutch ruined the game”.

Was het voor de finale dan zoveel beter? Statistisch gezien gebeurt er altijd wel eens iets goeds, maar het afwachtende, saaie spel overheerste, ontsiert door veel mislukte passes, terwijl de meeste doelpunten het resultaat waren van geluk.

Toch heb ik geen Nederlandse speler na afloop van een wedstrijd gehoord die dat onder ogen zag in interviews met verblinde Nederlandse sportverslaggevers die supporters waren geworden. Wisten buitenlandse commentatoren moeiteloos de vinger op de zere plek te leggen, de “grote vier” werden niet moe te benadrukken dat er uitstekend en dwingend was gespeeld, er verdiend was gewonnen en de wereldbeker onder handbereik was: we kunnen niet verliezen…. Onthutsend!

Hoe dan ook: dat wat op het veld door honderden miljoenen voetballiefhebbers te zien was, leek niet erg overeen te komen met wat de spelers en de vaderlandse pers er van teruggaven (hoewel de laatsten na afloop van het toernooi hun beeld wel wat bijstelden).

Toegegeven, het was wel een team, de verbondenheid en betrokkenheid was duidelijk, dat willen vechten voor elkaar…. Maar is eenvoudig het creëren van een gezamenlijke vijand niet voldoende om dergelijk gedrag manifest te maken, gedrag dat teruggaat op overlevingsdrang, diep weggestopt in ons verlengde merg. Iets dat eenieder die wel eens een oorlogsboek leest of –film ziet zal onderschrijven. Oorlog is voetbal!??

Waar is de coach die de spelers echt beter maakt, tot een mens die zich bewust is van het eigen gedrag en de gevolgen daarvan (voetballers zijn toch zo trots op hun voorbeeldrol) en die ze daarop aanspreekt om tot verandering te komen? En ze anders “ontslaat” als spelers niet in staat zijn de “bedrijfsfilosofie” levend te maken? Waarom zouden directieleden iets van voetbaltrainers kunnen leren?

Het wordt tijd voor de invoer van competentiemanagement in het betaalde (sic) voetbal. Ik wacht al een tijdje op een telefoontje van de KNVB, overigens zijn bedrijven ook welkom.

Comments are closed.