De groeten

Donderdag 15 September 2011 door Ernest Prooy

Aan de voet van de klim naar het Furtschaglhaus zat verspreid over rotsen rondom het pad een groep van een stuk of 12 bergwandelaars die blijkbaar een trektocht maakten en na de afdaling even een pauze namen. Naar goed Oostenrijks(?) gebruik riep ik een groet toen ik onder het gehoor van de eersten was aangekomen: “Servus!”. Er volgde geen reactie. Enigszins verrast deed ik een paar stappen verder, mij inmiddels tussen het gezelschap bevindend, een volgende poging: “Gruss Gott!” Ook deze wat meer traditionele wens vermocht geen reactie te ontlokken. Wellicht te hoog gegrepen….. Eigenlijk raakte ik geïrriteerd en toen ik bijna voorbij was, riep ik met luide stem: “Gruβt euch!” Stilte, dat wil zeggen, het onderlinge gepraat ging rustig door zonder dat iemand de moeite nam mijn groet te beantwoorden….

Gewoon boos sprak ik half luid m’n ongenoegen uit waarbij ik ze het liefst zou hebben toegevoegd dat ze wat mij betreft de “sauren Kirschen Auflauf” konden krijgen. Wat weliswaar klinkt als een verschrikkelijke ziekte, en daarom kwam het waarschijnlijk ook in me op, maar wat feitelijk een nagerecht is uit de Oostenrijkse keuken.

Als kind vond ik het al bijzonder dat bij het wandelen in de bergen mensen elkaar begroetten en vaak ook nog met een blij gezicht, tenzij de kliminspanningen dit in de weg stonden natuurlijk :) . Waarom deden we dat in Nederland ook niet vaker, vroeg ik me af. Tegenwoordig probeer ik het wel eens op maandagochtend in de stad als het nog stil is, soms met succes. Zeker als men alleen is….

Wat zou de essentie zijn van het elkaar begroeten? Misschien is het wel dat door je te uiten in woord en/of gebaar, je de aanwezigheid van de ander erkent. En is dat niet waar eenieder naar verlangt, te worden gekend?  Als je dat beseft, realiseer je je ook dat het groeten veel meer is dan een ritueel maar dat het een functie zou kunnen hebben.

Omdat ik vaak als eerste op kantoor was, had ik de gelegenheid al mijn medewerkers te begroeten. Dat deed ik bijna altijd op de zelfde manier: “Goedemorgen, hoe is het?” Meestal was het antwoord “Goed” en gingen we over tot de orde van de dag, maar bij tijd en wijle werd de uitnodiging benut en luisterde ik.

Wat heeft deze begroeting me geholpen om relaties te bouwen. In wederzijdsheid. Immers, ik had ook wel eens behoefte om te delen hoe het met me was. Zo groeide het vertrouwen. En wat dat heeft betekent voor de samenwerking…..! Met name als het lastig was.

To be is to be related. En dat geldt voor iedereen, ook voor de (top)managers, echt, je kunt het niet alleen. Daarom is al dat (extreem) verdienend leiderschap zo pijnlijk. Wellicht is groeten, vragen stellen, goed luisteren en je dan afvragen hoe je medewerkers  groter kan maken dan je zelf , een belangrijke stap naar dienend leiderschap, want daarop zitten mensen te wachten. En zeg nou niet meteen: Ja, de groeten…!

Comments are closed.